Kinderen hebben een natuurlijke, noodzakelijke drang tot zelfontplooiing. Kinderen kennen God al, wij hoeven hen niet te vertellen ‘over‘ God. Zij hebben hun eigen ervaringen. Wat zij nodig hebben ter ontplooiing is iemand die hen de weg wijst in de wereld van de woorden om te spreken over wat zij beleven en denken. Zij hebben (spirituele) begeleiders nodig die een omgeving inricht die uitdaagt om te leren en te onderzoeken. Daar hoort materiaal bij dat hen helpt om zich creatief en kunstzinnig te uiten. Materiaal dat al hun zintuigen aanspreekt, dat prikkelt tot bewegen. Dan kom je tegemoet aan wat kinderen van ons vragen: ‘Help mij het zelf te doen’, ‘leer mij het zelf te doen’, ‘laat mij het zelf doen’.
Deze nadruk op zelfontplooiing door spel is een pedagogisch concept van Maria Montessori. Het onderliggende theologische uitgangspunt is dat God zich kenbaar wil maken in ieders leven.